Onderstaande omschrijving verduidelijkt de beoordeling van de algemene doelgroepen ‘personen met een ernstige communicatieve beperking’ uit de hulpmiddelenfiches.
Als de spraak- of taalfunctie gestoord is, kan dit resulteren in een belangrijk participatieprobleem. De spraak- of taalfunctie kan gestoord zijn omwille van een primaire of secundaire taal- of spraakstoornis of een neurocognitieve stoornis in het domein van taal, als gevolg van een niet-aangeboren hersenletsel. Het onvermogen om zich op een functionele manier uit te drukken, bepaalt of iemand nood heeft aan ondersteunende of alternatieve communicatiehulpmiddelen. Om voor het VAPH te voldoen aan de beschrijving van deze doelgroep, moet een persoon ten eerste een ernstige (primaire of secundaire) spraak- of taalstoornis of een neurocognitieve stoornis in het domein van de taal hebben. Bovendien moet aan volgende voorwaarde voldaan zijn:
- De communicatieve beperking is ernstig. Dat wil zeggen dat de persoon zich in verschillende dagelijkse situaties niet functioneel kan uiten.
- De communicatieve beperking is definitief. Dat betekent dat ze niet of onvoldoende verholpen kan worden door middel van therapie of technieken.
- De communicatieve beperking zorgt voor een participatieprobleem. De persoon kan zijn noden onvoldoende uiten, kan niet of onvoldoende deelnemen aan sociale activiteiten ...
Meer informatie over de diagnose van een taal- of spraakstoornis, de vereisten van het onderzoek en de voorwaarden voor de erkenning van de handicap, vindt u op deze website bij de informatie over module A.
Als er eerder al een functiebeperking en interventieniveau toegekend werd door de vroegere provinciale evaluatiecommissie (PEC):
- Voor personen die eerder functiebeperking en interventieniveau ‘aanvulling/vervanging spraak’ toegekend kregen, moet geen bijkomende informatie geleverd worden voor aanvragen voor de algemene doelgroep ‘personen met een ernstige communicatieve beperking’.