Wanneer iemand een geldige goedkeuring heeft voor een tegemoetkoming voor een hulpmiddel, maar de persoon heeft nog geen aankoop gedaan en wil een herziening van de beslissing, dan is dat alleen mogelijk wanneer er zich een significante en relevante wijziging heeft voorgedaan in de situatie van de persoon en/of zijn omgeving. Eerder toegekende tegemoetkomingen kunnen bijvoorbeeld herzien worden als een evolutie van de beperkingen ervoor zorgt dat de betreffende hulpmiddelen niet meer voldoen aan de noden van de persoon.
De verhoging of verlaging van een refertebedrag is geen voldoende voorwaarde om een vroegere beslissing over een tegemoetkoming te herzien. Als er geen bijkomende elementen zijn die de herziening motiveren (bv. de behoefte die voortvloeit uit de handicap, een wijziging van de toestand van de aanvrager of zijn omgeving), dan moet de geldigheidstermijn van de beslissing eerst verstreken zijn alvorens een nieuwe aanvraag voor eenzelfde hulpmiddel behandeld kan worden.
Algemene regel
De administratie kan niet zomaar ingrijpen in een beslissing die al genomen is, ook al blijkt duidelijk dat het goedgekeurde hulpmiddel niet werd aangekocht en er in vraag gesteld kan worden of het hulpmiddel nog noodzakelijk of adequaat is. Ingrijpen op een beslissing kan alleen door een herziening (met nieuwe elementen die een wijziging in de situatie kunnen aantonen).