Sinds 1 januari 2009 komen onderhoud en herstellingen altijd afzonderlijk voor in de refertelijst. Wanneer de refertelijst bij een tegemoetkoming voor een hulpmiddel ook een tegemoetkoming voor onderhoud en/of herstellingen voorziet, dan kunnen die bij de goedkeuring van het hulpmiddel ook door de dossierbehandelaar worden toegekend (art. 16/1 van het BVR van 13/7/2001).
Onderhoud
Onderhoud wordt geregeld met een refertebedrag per onderhoudsbeurt waarbij in de refertelijst ook een maximaal aantal terugbetaalde onderhoudsbeurten wordt weergegeven per hulpmiddel.
De uitbetaling van onderhoudskosten kan alleen gebeuren wanneer er daadwerkelijk een onderhoud uitgevoerd is. Daarvoor moet een werkbon met de details van de onderhoudswerken (zoals de prijs van de wisselstukken, het aantal werkuren, het serienummer van het product, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten) aan het VAPH bezorgd worden. Als er gewerkt wordt met een onderhoudscontract, aanvaardt het VAPH ook eventueel de detaillering van de jaarlijks uit te voeren onderhoudswerken die daarin vermeld wordt. De werkbon moet ondertekend zijn door de persoon met een handicap of een andere vertrouwenspersoon die op dat moment aanwezig is.
Herstellingen
Soms kan de levensduur van een hulpmiddel nog aanzienlijk verlengd worden met een herstelling. Het refertebedrag voor herstellingen bedraagt een percentage van het refertebedrag van het hulpmiddel waarvoor de herstelling voorzien is, of heeft een precies bepaald refertebedrag (bv. voor hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden). Het toegekende refertebedrag voor herstellingen geldt voor de levensduur van het hulpmiddel en is dus niet beperkt tot de refertetermijn (art. 16/1 van het BVR van 13/7/2001). Wanneer deze tegemoetkoming opgebruikt is maar een nieuwe herstelling toch nog noodzakelijk en verantwoord is, dan kan het VAPH u een aanvullende tegemoetkoming geven. Het VAPH maakt bij de beoordeling van de aanvraag wel een inschatting van de herstelling, gelet op de leeftijd van het hulpmiddel en de kostprijs van de herstelling.
Het VAPH kan ook herstellingen vergoeden waarvoor in de refertelijst geen tegemoetkoming voorzien is. Hoe de persoon met een handicap een aanvraag voor herstellingen kan indienen, is terug te vinden op de webpagina Aanvraagprocedure voor meerderjarigen.
Als het refertebedrag voor herstelling nog niet in de refertelijst stond op het moment dat het refertebedrag voor het hulpmiddel werd toegekend, kan het refertebedrag voor herstelling op een later moment worden aangevraagd. Ook een factuur voor herstelling zal worden aanvaard als aanvraagdocument. De datum vanaf wanneer de herstellingskosten kunnen worden terugbetaald, is de datum waarop het refertebedrag voor herstelling in de refertelijst werd opgenomen.
Herstellingskosten kunnen alleen worden uitbetaald wanneer er daadwerkelijk een herstelling uitgevoerd is. Daarvoor moet een door de persoon met een handicap ondertekende werkbon met de details van de uitgevoerde werken (zoals een beschrijving van het defect, de prijs van de wisselstukken, het aantal werkuren, het serienummer van het product, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten) aan het VAPH bezorgd worden.
Opmerking: het VAPH kan in geen geval herstellingskosten vergoeden binnen de 2 jaar na de aankoop van het hulpmiddel. Deze termijn is gebaseerd op de termijn van de wettelijke garantie.
Wat is de bevoegdheid van de bijzondere bijstandscommissie (BBC) inzake onderhoud?
Onderhoud waarvoor in de refertelijst geen tegemoetkoming is voorzien volgens het IMB-besluit, kan noch door het VAPH (art. 7, 2° van het BVR 13/7/2001), noch via de bijzondere bijstandscommissie (BBC) worden vergoed.
Als in het kader van zeer uitzonderlijke zorgbehoefte (ZUZ) bijkomende onderhoudsbeurten aangevraagd worden, wordt dat geweigerd. ZUZ heeft alleen betrekking op de hoogte van een refertebedrag, niet op het aantal onderhoudsbeurten. Verschillende onderhoudsbeurten kunnen ook niet gecumuleerd worden om aan de voorwaarde van de minimale kostprijs voor een ZUZ-vraag te voldoen.