Geïntegreerd wonen vormde een proefproject dat inmiddels is afgerond. De bevindingen binnen dit onderzoek waren interessant voor het invoeren van de beoogde zorgvernieuwing.
Beschermd wonen
Sinds 1997 erkende en subsidieerde het VAPH diensten voor beschermd wonen. Dat waren kleine woonvormen, die aanleunden bij een voorziening. In de regelgeving voor die diensten waren al heel wat aspecten van zorgvernieuwing ingebouwd:
- de dienstverlening was losgekoppeld van de infrastructuur;
- de persoon met een handicap stond zelf in voor zijn woon- en leefkosten, maar de ondersteuning was gratis;
- er was een ruime onderhandelingsmarge inzake het aanbod aan ondersteuning, zeker op het vlak van kwaliteit en kostprijs van huisvesting, voeding, enz.;
- de persoon met een handicap had veel meer beslissingsrecht, daar er veelal zonder leefgroepstructuur gewerkt werd;
- er was meer vrijheid voor de invulling van het personeelskader;
- wonen en dagbesteding waren gescheiden: de personeelskaders waren in die zin opgesplitst en de dagbesteding kon ook via andere voorzieningen/organisaties ingekocht worden;
- de werkingstoelagen waren forfaitair.
Geïntegreerd wonen
In 2007 werd een nieuwe, experimentele regelgeving voor diensten voor ‘geïntegreerd wonen’ goedgekeurd. Die regelgeving stemde sterk overeen met die voor beschermd wonen. Het doel was om ook personen met een iets zwaardere zorgbehoefte, met name de bewonersgroep van tehuizen niet-werkenden, tot dergelijke woonprojecten toe te laten.
Integratie van beide woonvormen
Voor een snelle effectieve zorgvernieuwing op het terrein konden de regelgevingen met betrekking tot beschermd wonen en geïntegreerd wonen als uitgangspunt dienen voor een globale regelgeving voor geïntegreerde woonprojecten.
Toch blijft er een groep bestaan van personen met een ernstige, vaak meervoudige handicap, die minder nood hebben aan een geïntegreerd aanbod. Zij hebben meer baat bij een all-in formule met complexe, bijzondere (gesubsidieerde) infrastructuur en aanpassingen.