Vóór de start van de ondersteuning moet u een schriftelijke overeenkomst sluiten met de zorgaanbieder.
In die overeenkomst maakt u afspraken over de ondersteuning. Op die manier is vooraf duidelijk welke ondersteuning u kan verwachten en hoeveel de geboden ondersteuning kan kosten. Goede en duidelijke afspraken bij de start van de ondersteuning zijn belangrijk om conflicten tijdens de ondersteuningsperiode te vermijden.
Als er dringend nood is aan ondersteuning, wordt de overeenkomst gesloten binnen de vijf dagen na de start van de ondersteuning.
Een overeenkomst tussen een zorgaanbieder en een gebruiker over ondersteuning is een individuele dienstverleningsovereenkomst, of kortweg IDO.
De overeenkomst bestaat uit:
- gegevens van de zorgaanbieder en de gebruiker
- startdatum en duur van de overeenkomst en of een proefperiode voorzien wordt
- de persoon die verantwoordelijk is voor de betaling, de wijze waarop de aanrekening en betaling zal gebeurden en indien van toepassing het gevraagde voorschot
- de overeengekomen ondersteuning: ondersteuningsfuncties, -frequenties, -kosten
- de plaats waar de ondersteuning geboden zal worden
- de wijze waarop de zorgaanbieder een antwoord biedt om tijdelijk en beperkt meer ondersteuning te bieden
- de persoonlijke bijdrage of een opsomming van de overeengekomen woon- en leefkosten
- hoe de inventaris van persoonlijke goederen van de gebruiker geïnventariseerd en geactualiseerd wordt
- elementen die aanleiding geven tot een afzonderlijke vergoeding
- een verklaring op erewoord dat de gebruiker geen vergoeding voor hulp van derden heeft ontvangen of daar aanspraak op kan maken
- een rubriek ‘beheer van gelden en goederen’ wanneer de gebruiker het beheer van gelden aan de voorziening toevertrouwt
- hoe de IDO en het handelingsplan aangepast kunnen worden
Doet u beroep op rechtstreeks toegankelijke hulp of een dienst ondersteuningsplan? Dan moet uw zorgaanbieder geen handelingsplan opmaken.
Het handelingsplan is de verdere concretisering van de IDO. De zorgaanbieder geeft soms een andere naam aan het handelingsplan.
In het handelingsplan wordt concreet beschreven op welke manier de ondersteuning, afgesproken in de IDO, uitgevoerd zal worden. Bij de start van de ondersteuning moet een eerste handelingsplan opgemaakt worden. Het is mogelijk dat de zorgaanbieder op dat moment nog geen voldoende beeld heeft van de gebruiker en zijn functioneren waardoor deze enkel basisinformatie bevat. Binnen de 6 maanden moet het handelingsplan vervolledigd worden.
Het handelingsplan moet op regelmatige tijdstippen geëvalueerd worden. Voor minderjarige gebruikers moet het handelingsplan minstens jaarlijks geëvalueerd worden, voor meerderjarige gebruikers minstens om de drie jaar. Hoe vaak de evaluatie gebeurt wordt afgesproken tussen u en de zorgaanbieder in de IDO. Zowel u als de zorgaanbieder kunnen ook op andere momenten bijkomende besprekingen van het handelingsplan vragen.
Het document met de collectieve rechten en plichten omschrijft de rechten en plichten van u als gebruiker en die van de zorgaanbieder. De IDO en het handelingsplan worden op maat van u als gebruiker opgemaakt, terwijl de collectieve rechten en plichten voor alle gebruikers van de zorgaanbieder hetzelfde zijn. De rechten en plichten eerbiedigen uw ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, zijn vrijheid en privacy, zijn veiligheid en zijn gezondheid, zolang de werking van de vergunde zorgaanbieder en de integriteit van de andere gebruikers niet in het gedrang komen.
Volgende elementen worden verplicht opgenomen:
- de gegevens van de zorgaanbieder
- de missie, visie, waarden, doelstellingen en strategie van de zorgaanbieder
- een omschrijving van het ondersteuningsaanbod met een globale omschrijving van de doelgroep
- indien van toepassing, de bijzondere opnamevoorwaarden
- de wederzijdse rechten en verplichtingen van de gebruiker en de zorgaanbieder
- prestaties die aanleiding geven tot een bijkomende vergoeding
- de wijze van ontslagregeling, opzeggingstermijn en dergelijke
- de manier waarop het collectief overleg met de gebruikers georganiseerd wordt en indien van toepassing het huishoudelijk reglement van het collectief overleg
- de manier waarop suggesties, opmerkingen en klachten kunnen ingediend worden en hoe ze behandeld worden
- contactgegevens van de klachtencommissie en de onafhankelijke derde
- de samenstelling van de toezichtsraad in geval van beheer van gelden en goederen
- de plaats en manier waarop het kwaliteitshandboek kan ingezien worden
- een overzicht van de risico’s die de zorgaanbieder in het belang van de gebruiker verzekert
- de wijze waarop de collectieve rechten en plichten in overleg kunnen worden aangepast
- de tarieven van woon- en leefkosten (niet van toepassing als u ondersteund wordt via rechtstreeks toegankelijke hulp of door een multifunctioneel centrum)
Als de zorgaanbieder de tekst wijzigt, brengt hij u daarvan op de hoogte. U kan dan altijd vragen om de tekst te bekijken.
Eventuele bijlagen die toegevoegd worden bij de overeenkomst en door beide partijen voor akkoord ondertekend zijn, maken deel uit van de overeenkomst.
Al deze documenten moeten door u en de zorgaanbieder ondertekend worden.
Model individuele dienstverleningsovereenkomst
Vanuit het VAPH is een model van een individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO) beschikbaar samen met een bundel extra informatie waar u meer uitleg en begrippen terugvindt.
Wie ondertekent de IDO?
De IDO wordt ondertekend door de gebruiker of zijn vertegenwoordiger en een vertegenwoordiger van de zorgaanbieder.
- Is de gebruiker minderjarig?
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen.
Er wordt uitgegaan van het principe dat de ene ouder tekent met akkoord van de andere ouder. Is er een conflict tussen de ouders, tekenen ze allen de IDO. Komen ze niet overeen beiden de IDO te tekenen, is er een doorverwijzing naar de familierechtbank. - De gebruiker vanaf 12 jaar moet betrokken worden bij en akkoord zijn met hoe zijn ondersteuning georganiseerd wordt, tenzij objectief duidelijk is dat die niet tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is.
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen.
- Is de gebruiker meerderjarig?
De gebruiker tekent de IDO, tenzij in volgende situaties:- Is er een bewindvoerder?
- Bewindvoering over persoon en over goederen: De bewindvoerder tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
Bij meerdere bewindvoerders geldt het principe dat er getekend wordt met akkoord van de andere. Is er een conflict tussen de bewindvoerders, tekenen ze allen de IDO. - Enkel bewindvoering over persoon of over goederen: de persoon met een handicap en bewindvoerder tekenen samen de IDO.
- Bewindvoering over persoon en over goederen: De bewindvoerder tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
- Is er een lastgeving/zorgvolmacht in werking?
- De persoon met een handicap is wilsbekwaam: zowel de persoon met een handicap als de lasthebber/zorgvolmachthouder kunnen apart de IDO tekenen.
- De persoon met een handicap is wilsonbekwaam: De zorgvolmachthouder tekent de IDO.
- Is er een bewindvoerder?
Wordt een minderjarige gebruiker 18 jaar?
Het principe van zelfregie staat centraal.Het VAPH verwacht een proactieve houding van de zorgaanbieder bij de overgang van minder- naar meerderjarigheid van een gebruiker. Dat betekent dat de zorgaanbieder in dialoog gaat met deze gebruiker - indien handelingsbekwaam - over de IDO. Komen de bestaande afspraken overeen met de vraag van de gebruiker, dan tekent de gebruiker de bestaande IDO mee. Dat kan via een addendum. Wil de gebruiker andere of geen ondersteuning, dan wordt een nieuwe IDO opgemaakt tussen de RTH-aanbieder en de gebruiker of zet de gebruiker de bestaande IDO stop.
Is de meerderjarige gebruiker niet handelingsbekwaam, dan worden tijdig stappen ondernomen om een beschermingsstatuut aan te vragen.
Een stroomdiagram kan hier teruggevonden worden.