De zorgaanbieder kan uw ondersteuning alleen beëindigen in een van deze situaties:
- Er is overmacht. Bijvoorbeeld: na een brand.
- U voldoet niet meer aan de voorwaarden die uw zorgaanbieder aan alle gebruikers oplegt. Bijvoorbeeld: u krijgt een bijkomende handicap en valt buiten de doelgroep van uw zorgaanbieder.
- De zorgaanbieder kan niet meer beantwoorden aan uw noden en zorgvragen. Bijvoorbeeld: uw zorgaanbieder kan u niet meer opvangen omdat uw gezondheid sterk achteruit gaat.
- U of uw vertegenwoordiger komt de verplichtingen van de individuele dienstverleningsovereenkomst of de collectieve rechten en plichten niet na. Bijvoorbeeld: u betaalt de financiële bijdrage of de woon- en leefkosten niet.
- U gaf met opzet foute info in de verklaring op eer over:
- de vergoeding voor hulp van derden, of
- de ondersteuning door een voorziening
- U ontvangt een vergoeding voor hulp van derden:
- maar sloot daarvoor geen overeenkomst af met het VAPH, of
- komt de verplichtingen uit die overeenkomst niet na.
Tijdens de proefperiode kan de zorgaanbieder uw ondersteuning enkel beëindigen in geval van de eerste vier situaties.
De zorgaanbieder moet de volgende stappen zetten bij het overgaan tot een stopzetting van de ondersteuning:
De zorgaanbieder bezorgt eerst schriftelijk een voornemen van beslissing om over te gaan tot eenzijdige beëindiging van uw ondersteuning. Daarin moet vermeld worden wat de reden van de opzeg is.
Tijdens het voornemen:
- blijft de zorgaanbieder ondersteuning bieden aan u
- gaat de zorgaanbieder mee op zoek naar een gepaste oplossing om de continuïteit te garanderen (inspanningsverbintenis)
Als u niet akkoord gaat dat de ondersteuning stopt, dan kan u het voornemen van beëindiging van de ondersteuning betwisten:
- binnen de 30 dagen vanaf ontvangst
- bij de klachtencommissie van de vergunde zorgaanbieder
De klachtencommissie:
- wordt uitgebreid met iemand die volledig losstaat van de vergunde zorgaanbieder en van de gebruiker.
- luistert naar beide partijen
- gaat na of de zorgaanbieder alle stappen heeft gezet om tot een oplossing te komen.
- Is dat niet gebeurd?
De klachtencommissie ondersteunt de zorgaanbieder en de budgethouder bij stappen die gezet moeten worden.
- Is dat niet gebeurd?
- probeert beide partijen te verzoenen
- Heeft de klachtencommissie een oplossing?
Dan komt die in de IDO. Voor die oplossing kan de zorgaanbieder eventueel samenwerken met een andere zorgaanbieder.
- Heeft de klachtencommissie een oplossing?
De zorgaanbieder kan pas overgaan tot definitief ontslag:
- na overleg met u en/of uw vertegenwoordiger.
- na een termijn van 30 dagen vanaf het voornemen tot ontslag of na afronding van de interne klachtenprocedure als de u het voornemen tot beëindiging van de ondersteuning betwist.
Het ontslag moet aangetekend verstuurd worden en de motivering moet gebeuren zoals bij het voornemen. De opzegtermijn begint te lopen de dag nadat de gebruiker het definitieve ontslag ontvangt.
Na het definitieve ontslag moet de zorgaanbieder een opzegtermijn respecteren.
- standaard is dat drie maanden;
- u en uw zorgaanbieder kunnen een andere termijn afspreken;
- de opzegtermijn begint te lopen de dag nadat u het definitieve ontslag ontvangt.
Tijdens de opzegperiode:
- blijft u de zorgaanbieder betalen volgens de IDO ;
- krijgt u de ondersteuning van de zorgaanbieder volgens de IDO.
Na onderling akkoord kunt u en uw zorgaanbieder hiervan afwijken.
Na de opzegtermijn stopt de ondersteuning definitief.
Respecteert uw zorgaanbieder de opzegtermijn niet?
- U kunt een verbrekingsvergoeding vragen. Die vergoeding komt overeen met de kosten voor drie maanden ondersteuning.
Valt de opzeg binnen de proefperiode?
Dan mag die vergoeding niet meer bedragen dan de kosten voor één maand ondersteuning. Als de opzegtermijn tijdens de proefperiode korter is dan één maand, dan komt het bedrag van de verbrekingsvergoeding overeen met de kosten voor de ondersteuning gedurende de opzegtermijn.