De regelgeving omtrent subsidiëring wordt in het kader van de pilootfase RTH niet gewijzigd.
De subsidie die een RTH-aanbieder kan ontvangen, wordt net als voor andere door het VAPH erkende en vergunde organisaties, berekend op basis van de punten in de RTH-erkenning, de in Isis geregistreerde personeelsgegevens, de in de GIR geregistreerde ondersteuning en de in regelgeving opgenomen methodieken van subsidiëring, evenals de afgesloten CAO’s.
Dit zijn mogelijk zaken die niet enkel spelen in de initiatieven van de pilootfase, maar deel zijn van het ruimere kader van subsidieregelgeving specifiek in de sector VAPH en zelfs ruimer in het beleidsdomein Welzijn. Dat maakt dat dit mogelijk een ruimere scope is dan louter de pilootfase rond rechtstreeks toegankelijke hulpverlening.
We vragen u om zorgvuldig te noteren welke drempels u als gevolg van die regelgeving ondervindt en welke aanpassingen volgens u wenselijk zijn.
Dat past binnen de derde ‘afgeleide’ doelstelling zoals we deze geformuleerd hebben in onze online infosessies van 28 en 30 maart 2023.
“De organisaties betrokken in de pilootfase RTH zijn voldoende matuur en wendbaar om in te spelen op en zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, om kansen te benutten en om bedreigingen snel het hoofd te bieden. Beginnende organisaties tonen voldoende potentieel en bereidheid om hierin te groeien.
We verwachten concreet dat duurzame oplossingen gezocht worden voor volgende uitdagingen:
- voldoende en voldoende ervaren en deskundig personeel vinden, een future proof personeelsbeleid voeren binnen de huidige context van personeelskrapte en een grote mate van personeelsverloop
- zoveel mogelijk personen met een (vermoeden van) handicap op een zo kwaliteitsvolle wijze ondersteunen binnen de huidige context van wachtlijsten
- een gezond financieel beleid voeren met aandacht voor de betaalbaarheid van de ondersteuning voor de cliënt binnen de huidige context van hoge levensduurte (hoge kosten voor levensonderhoud)
- flexibel inspelen op wisselende noden zowel op niveau van individuele cliënten als binnen een bepaalde regio/werkingsgebied binnen de context van evolutie naar gedeelde zorg en ondersteuning en intersectorale samenwerking.”