Wat is een individuele dienstverleningsovereenkomst?
De individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO) is een overeenkomst tussen de VAPH-zorgaanbieder en de gebruiker en/of vertegenwoordiger, opgemaakt in onderlinge onderhandeling. Daarin wordt afgesproken welke ondersteuning de zorgaanbieder zal bieden. Ook de duur, frequentie en vergoeding van de ondersteuning worden bepaald.
Belangrijk is dat de IDO wordt gesloten vóór de zorg en ondersteuning van start gaan en dat beide partijen akkoord zijn met de inhoud. Op die manier is vooraf duidelijk welke ondersteuning men kan verwachten en hoeveel de geboden ondersteuning kan kosten. Goede en duidelijke afspraken bij de start van de ondersteuning zijn belangrijk om conflicten tijdens de ondersteuningsperiode te vermijden.
Als er dringend nood is aan ondersteuning, wordt de overeenkomst gesloten binnen de 5 dagen na de start van de ondersteuning.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap bepaalt welke elementen verplicht opgenomen moeten worden in de schriftelijke overeenkomst.
De overeenkomst bestaat uit:
- gegevens van de vergunde zorgaanbieder en de budgethouder
- startdatum en duur van de overeenkomst en of een proefperiode voorzien wordt
- de persoon die verantwoordelijk is voor de betaling, de wijze waarop de aanrekening en betaling zal gebeurden en indien van toepassing het gevraagde voorschot
- de overeengekomen ondersteuning: ondersteuningsfuncties, -frequenties, -kosten
- de plaats waar de ondersteuning geboden zal worden
- de wijze waarop de VZA een antwoord biedt om tijdelijk en beperkt meer ondersteuning te bieden
- een opsomming van de overeengekomen woon- en leefkosten
- hoe de inventaris van persoonlijke goederen van de gebruiker geïnventariseerd en geactualiseerd wordt
- elementen die aanleiding geven tot een afzonderlijke vergoeding
- een rubriek ‘beheer van gelden en goederen’ wanneer de gebruiker het beheer van gelden aan de voorziening toevertrouwt
- hoe de IDO en het handelingsplan aangepast kunnen worden
Het document met de collectieve rechten en plichten omschrijft de rechten en plichten van de gebruiker en die van de vergunde zorgaanbieder. Het document is voor alle gebruikers van de zorgaanbieder hetzelfde. De rechten en plichten eerbiedigen de gebruiker zijn ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, zijn vrijheid en privacy, zijn veiligheid en zijn gezondheid, zolang de werking van de vergunde zorgaanbieder en de integriteit van de andere gebruikers niet in het gedrang komen. Als de vergunde zorgaanbieder de tekst wijzigt, brengt hij de budgethouder daarvan op de hoogte. Die kan dan altijd vragen om de tekst te bekijken.
Volgende elementen worden verplicht opgenomen:
- de gegevens van de vergunde zorgaanbieder
- de missie, visie, waarden, doelstellingen en strategie van de vergunde zorgaanbieder
- een omschrijving van het ondersteuningsaanbod met een globale omschrijving van de doelgroep
- indien van toepassing, de bijzondere opnamevoorwaarden
- de wederzijdse rechten en verplichtingen van de gebruiker en de voorziening
- prestaties die aanleiding geven tot een bijkomende vergoeding
- de wijze van ontslagregeling, opzeggingstermijn enz.
- de manier waarop het collectief overleg met de gebruikers georganiseerd wordt en indien van toepassing het huishoudelijk reglement van het collectief overleg
- de manier waarop suggesties, opmerkingen en klachten kunnen ingediend worden en hoe ze behandeld worden
- contactgegevens van de klachtencommissie en de onafhankelijke derde
- de samenstelling van de toezichtsraad in geval van beheer van gelden en goederen
- de plaats en manier waarop het kwaliteitshandboek kan ingezien worden
- een overzicht van de risico’s die de voorziening in het belang van de gebruiker verzekert
- de wijze waarop de collectieve rechten en plichten in overleg kunnen worden aangepast
- de tarieven van woon- en leefkosten
Eventuele bijlagen die toegevoegd worden bij de overeenkomst en door beide partijen voor akkoord ondertekend zijn, maken deel uit van de overeenkomst.
Al deze documenten moeten door de gebruiker en/of vertegenwoordiger en de RTH-aanbieder ondertekend worden.
Wie ondertekent de IDO?
De IDO wordt ondertekend door de gebruiker of zijn vertegenwoordiger en een vertegenwoordiger van de zorgaanbieder.
- Is de gebruiker minderjarig?
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen.
Er wordt uitgegaan van het principe dat de ene ouder tekent met akkoord van de andere ouder. Is er een conflict tussen de ouders, tekenen ze allen de IDO. Komen ze niet overeen beiden de IDO te tekenen, is er een doorverwijzing naar de familierechtbank. - De gebruiker vanaf 12 jaar moet betrokken worden bij en akkoord zijn met hoe zijn ondersteuning georganiseerd wordt, tenzij objectief duidelijk is dat die niet tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is.
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen.
- Is de gebruiker meerderjarig?
De gebruiker tekent de IDO tenzij in volgende situaties:- Is er een bewindvoerder?
- Bewindvoering over persoon en over goederen: de bewindvoerder(s) tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
Bij meerdere bewindvoerders geldt het principe dat er getekend wordt met akkoord van de andere. Is er een conflict tussen de bewindvoerders, tekenen ze allen de IDO. - Enkel bewindvoering over persoon of over goederen: de persoon met een handicap en bewindvoerder tekenen samen de IDO.
- Bewindvoering over persoon en over goederen: de bewindvoerder(s) tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
- Is er een lastgeving/zorgvolmacht in werking?
- De persoon met een handicap is wilsbekwaam: Zowel de persoon met een handicap als de lasthebber/zorgvolmachthouder kunnen apart de IDO tekenen.
- De persoon met een handicap is wilsonbekwaam: De zorgvolmachthouder tekent de IDO.
- Is er een bewindvoerder?
Wordt een minderjarige gebruiker 18 jaar?
Het principe van zelfregie staat centraal.
Het VAPH verwacht een proactieve houding van de RTH-aanbieder bij de overgang van minder- naar meerderjarigheid van een gebruiker. Dat betekent dat de RTH-aanbieder in dialoog gaat met deze gebruiker - indien handelingsbekwaam - over de IDO. Komen de bestaande afspraken overeen met de vraag van de gebruiker, dan tekent de gebruiker de bestaande IDO mee. Dat kan via een addendum. Wil de gebruiker andere of geen ondersteuning, dan wordt een nieuwe IDO opgemaakt tussen de RTH-aanbieder en de gebruiker of zet de gebruiker de bestaande IDO stop.
Is de meerderjarige gebruiker niet handelingsbekwaam, dan worden tijdig stappen ondernomen om een beschermingsstatuut aan te vragen.
Een stroomdiagram kan hier teruggevonden worden.
Model individuele dienstverleningsovereenkomst
Vanuit het VAPH is een model van een individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO) beschikbaar samen met een bundel extra informatie waar u meer uitleg en begrippen terugvindt. Meer informatie over de model-IDO kunt u hier terugvinden.