De aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) kan aan de persoon met een (vermoeden van) handicap een financiële bijdrage vragen.
Op de pagina rechtstreeks toegankelijke hulp vindt u per ondersteuningsfunctie de maximale persoonlijke bijdrage. De RTH-aanbieder kan echter beslissen om minder of zelfs geen bijdrage te vragen.
De RTH-aanbieder kan een bijkomende vergoeding aanrekenen als de aanbieder instaat voor het vervoer van de gebruiker van en naar de voorziening.
Voor globale individuele ondersteuning kan de RTH-aanbieder geen persoonlijke bijdrage aanrekenen.
Voor outreach - ambulant of mobiel - is er geen ‘eigen’ bijdrage vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering. Daardoor kan er voor outreach geen bijdrage gevraagd worden aan de deelnemers. In het besluit van de Vlaamse Regering staat immers dat de persoon met een handicap een financiële bijdrage betaalt. Bij outreach is er geen sprake van een specifieke persoon met een handicap, dus kan die ook geen bijdrage betalen.
Als de outreach gegeven wordt aan professionelen of de context van personen met een handicap, dan kan de RTH-aanbieder enkel een bijdrage vragen als wettelijk bepaald is wie een bijdrage moet betalen en hoeveel er dan betaald moet worden. Dat is nu niet het geval, in het RTH-besluit is zulke financiële bijdrage niet voorzien.
De enige uitzondering is als het gaat om ‘outreach in functie van één specifieke persoon met een handicap. Dan wordt dit niet beschouwd als ‘algemene kennisoverdracht’, maar als een vorm van begeleiding. In dat geval kan er wel een eigen bijdrage gevraagd worden, aan de betrokken persoon met een handicap.
De geïndexeerde bedragen gaan in op 1 januari van het jaar X.
De bijdragen worden geïndexeerd met de afgevlakte gezondheidsindex van de maand december van het jaar X-1.