1. Gegevens verslag
Het moment waarop de aanvrager contact heeft opgenomen met het team voor het opmaken van het verslag wordt beschouwd als de datum van aanmelding. Dat is het eerste contact met de persoon met een handicap naar aanleiding van een specifieke vraag bij het VAPH. Tijdens het aanmeldingsgesprek wordt in de meeste gevallen een afspraak gemaakt met de betrokkene voor een intakegesprek en wordt gevraagd om alle beschikbare en noodzakelijke informatie te verzamelen. Bij een vraag naar huurpakketten bij een snel degeneratieve aandoening (SDA) is de aanmeldingsdatum dezelfde datum als de datum van aanmelding vermeld op het rolstoeladviesrapport (RAR).
Het moment waarop het team de aanvrager heeft ontvangen of een huisbezoek heeft gebracht in het kader van het opmaken van het verslag wordt beschouwd als de datum van het intakegesprek. Tijdens het intakegesprek wordt gestart met de opmaak van verslagen voor het VAPH.
2. MDT-medewerkers
Het voorstel van indicatiestelling moet multidisciplinair tot stand komen. Het VAPH bepaalt per module welke disciplines noodzakelijk zijn om het multidisciplinair verslag op te stellen en te ondertekenen. Het is daarbij niet voldoende dat de verschillende betrokken disciplines in het verslag vernoemd worden. Het verslag moet ook door elke discipline (al dan niet elektronisch met e-ID) ondertekend worden. Op die manier verklaart elke discipline zich akkoord met de inhoud en wordt aangegeven dat er multidisciplinair overleg plaatsvond. De datum van het multidisciplinair overleg is de datum van het overleg met alle leden van het MDT.
De teams bewaren de verslagen evenals alle documenten die als basis hebben gediend voor het opstellen ervan gedurende een termijn van vijf jaar (al dan niet elektronisch). De periode van vijf jaar begint te lopen vanaf de datum van indiening van de verslagen bij het VAPH.
Module | Arts | Psycholoog/ | Sociale discipline | ZZI-inschaler | Hulpmiddelen- |
---|---|---|---|---|---|
Module A | X | X | X |
|
|
Module B (ZZI) |
|
|
| X |
|
Module C | X | X | X |
|
|
Module D | X | X | X |
| X |
Arts
Onder arts verstaan we een doctor in de genees-, heel- en verloskunde of een master in de geneeskunde.
Psycholoog/pedagoog
Onder psycholoog/pedagoog verstaan we een houder van een licentiaat of master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen.
Sociale discipline
Onder sociale discipline verstaan we personen met een professionele bachelor (of een ouder equivalent ervan) in het studiegebied sociaal-agogisch werk of een houder van het diploma verpleegkundige, optie sociale verpleegkunde (bachelor-na-bachelor). Onder sociale discipline vallen dus onder andere personen met een professionele bachelor sociaal werk, orthopedagogie, toegepaste psychologie, gezinswetenschappen, sociale readaptatiewetenschappen, sociaal verpleegkundigen.
ZZI-inschaler
Het zorgzwaarte-instrument moet afgenomen worden door een gekwalificeerde inschaler. De inschaler beschikt over een diploma van bachelor of master in de gedrags-, sociale of psychosociale wetenschappen of over een diploma van bachelor of master in de ergotherapeutische wetenschappen. Bovendien heeft hij idealiter al enige ervaring met zowel psychodiagnostische methoden en technieken als met de ondersteuning van personen met een handicap.
Het is noodzakelijk dat de inschaler een training heeft gevolgd in het afnemen van het zorgzwaarte-instrument en een certificaat behaalde. Meer informatie over die opleiding vindt u op de pagina Module B stap 1: ondersteuningsnood objectiveren.
Hulpmiddelendeskundige
Een hulpmiddelendeskundige is een gediplomeerde ergotherapeut, of een bachelor die aan de volgende voorwaarden voldoet: hij was al voor 1 juli 2019 werkzaam als hulpmiddelendeskundige op basis van de ervaring die hij had in de adviesverlening over individuele materiële bijstand.
3. Sessies
In modules A, B en C moet u invullen hoeveel tijd u per sessie besteedt aan de module. Voor module D zal dat in de toekomst ook gevraagd worden. Hieronder vindt u meer informatie over de deeltaken die bedoeld worden. Modules A, C en D worden telkens door meerdere disciplines opgesteld. Voor die modules mag de tijdsinvestering van alle drie de disciplines opgeteld worden. U kunt er ook voor kiezen om voor elke discipline een aparte sessie in te vullen. Bij ‘datum sessie’ vult u telkens de datum in waarop het gesprek voor de afname van de module heeft plaatsgevonden. Als u het opstellen van een module bijvoorbeeld over meerdere sessies spreidt, kunt u dat ook zo registreren.
Voorbereiding | Gesprek | Verwerking achteraf | |
---|---|---|---|
Module A |
|
|
|
Module B |
|
|
|
Module C |
|
|
|
Voor verschillende aanvragen zijn combinaties van modules nodig. Als dat het geval is, mag u overlappende taken slechts eenmaal meerekenen in uw tijdsinvestering:
- Bij vragen naar een persoonsvolgend budget vult u alle overkoepelende taken enkel in bij module C. Als er geen module C nodig is (bv. bij een vraag via de noodprocedure: A en B), dan vult u alle overkoepelende taken in bij module B. Als er slechts één module nodig is, dan vult u uiteraard alles bij die module in.
Met overkoepelende of overlappende taken worden de volgende zaken bedoeld:
- uitklaren van de vraag van de persoon
- toestemmingsformulieren in orde brengen
- onderzoek naar bv. eerdere handicaperkenning, toegekende doelgroepen, gekende stoornissen, toegekende prioriteitengroep …
- verzamelen en opvolgen van de nodige documentatie (bv. diagnostische verslagen, motorisch bilan …)
- planning en voorbereiding van een eventueel huisbezoek
- verplaatsing voor een eventueel huisbezoek
- communicatie met het VAPH bij twijfels of vragen
- multidisciplinair overleg (bespreking van de verzamelde informatie, handtekening module(s) …)
- opvolgen beslissingen en brieven van het VAPH en de persoon daarover informeren
4. Akkoord cliënt
De inhoud van de module en het oordeel van het multidisciplinair team moeten in samenspraak met de cliënt tot stand komen. Dat betekent dat u in dit onderdeel van de applicatie moet aangeven dat de cliënt het verslag gelezen heeft en akkoord gaat met het indienen van de module. Opmerkingen en bedenkingen kunnen toegevoegd worden in het daarvoor voorziene tekstveld. Het is aan te raden om telkens de laatste versie van de module voor te leggen aan de cliënt voordat de module ingediend wordt. Hieronder vindt u per module enkele aandachtspunten:
- Module A: Als er volgens het MDT geen sprake is van een handicap volgens de definitie van het VAPH, mag u de module in principe niet indienen. Dat is enkel mogelijk als de cliënt er toch op staat om verder te gaan met de aanvraag. In dat geval moet u in het opmerkingenveld beschrijven waarom de persoon er - ondanks uw negatief advies omtrent de handicap - toch op staat om de module in te dienen.
- Module B: Bij het ZZI moet de cliënt niet akkoord gaan met alle scores van de inschaler. Als de cliënt daar opmerkingen over heeft, kunt u die in het opmerkingenveld beschrijven. De cliënt bevestigt met het akkoord enkel dat de inschaling heeft plaatsgevonden en dat de module ingediend mag worden.
- Module C: Als de persoon bedenkingen heeft bij bepaalde inhoud van het verslag, dan kunt u die bedenkingen in het opmerkingenveld opnemen.
- Module D: Het MDT adviseert steeds de goedkoopste adequate oplossing. Als de cliënt niet akkoord is met de geadviseerde oplossing, moet u de visie van de cliënt en hulpmiddelen die de cliënt wilt aanvragen, in het opmerkingenveld vermelden.
Het verslag moet niet ondertekend worden door de cliënt en/of bewindvoerder. Bij inspectie kan gekeken worden naar agenda’s, geplande afspraken … Ook de persoon met een handicap zelf kan daarvoor geraadpleegd worden. Elk multidisciplinair team kan dus zelf bepalen op welke manier het wil aantonen dat de persoon met een handicap en/of bewindvoerder betrokken werd.