Tot 1980 behoorde de hele welzijnszorg tot de bevoegdheid van de nationale (nu federale) overheid. De zorg voor personen met een handicap was over drie departementen of parastatalen verspreid:
- Het Ministerie van Sociale Voorzorg
Dat ministerie stond in voor het ’inkomen’ van personen met een handicap op basis van hun handicap en hun financiële situatie. - Het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de Minder-Validen
Dat fonds liet zich in met de tewerkstelling van personen met een handicap, met inbegrip van de voorafgaande stadia zoals gespecialiseerde beroepsopleiding, oriëntering, functionele revalidatie, hulp bij schoolopleiding en hulpmiddelen in functie van de sociale reclassering. - Het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Hulp aan Gehandicapten (Fonds 81)
Dat fonds stond in voor opvang, behandeling en begeleiding via de residentiële, semi-residentiële en ambulante voorzieningen.
Door de grondwetsherzieningen van 1980 en 1988 werden de zogenaamde persoonsgebonden materies naar de gemeenschappen overgeheveld. Voor de gehandicaptenzorg had dit verstrekkende gevolgen.
De tegemoetkomingen in de rand van de sociale zekerheid bleven federale materie. De functionele revalidatie werd naar het federale RIZIV overgeheveld. De overige bevoegdheden werden aan de gemeenschappen overgedragen. De meeste bevoegdheden van het voormelde Rijksfonds en van het Fonds 81 konden voortaan door de Vlaamse regering ingevuld worden.
De Vlaamse Gemeenschap maakte van de staatshervorming in de jaren tachtig gebruik om de bevoegdheden van het Rijksfonds en van het Fonds 81 samen te brengen in één Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH). Dat werd opgericht op basis van het decreet van 27 juni 1990. Het Vlaams Fonds betekende echter méér dan de administratieve fusie van twee bestaande diensten. Het wou in de toekomst consequent de volgende doelstellingen nastreven:
- Administratieve vereenvoudiging: voortaan kon men zich wenden tot één enkele dienst en had men een eenvormig dossier.
- Diverse vormen van hulpverlening werden samengebracht en het aanbod werd anders georiënteerd, onder meer omdat de reclasseerbaarheidsvoorwaarde wegviel en vervangen werd door het veel ruimere begrip ’sociale integratie’.
- De persoon met een handicap werd vanuit uiteenlopende invalshoeken geëvalueerd, dus niet enkel vanuit medisch oogpunt. Op deze basis werd een individueel integratieprotocol opgesteld.
In 2006 vond de grootschalige herstructurering van de Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) plaats. Die overheid bestaat voortaan uit 13 beleidsdomeinen. Daardoor zijn er bevoegdheden verschoven. Voor het Vlaams Fonds veranderde op 1 april 2006 wat volgt:
- Het Vlaams Fonds heet sinds dan officieel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH).
- De sector Opleiding en Tewerkstelling is onttrokken aan de bevoegdheid van het Vlaams Fonds. Dat betekent concreet:
- De individugerichte tewerkstellingsbevorderende maatregelen (CAO26, VIP, aanpassing arbeidspost, tewerkstelling in een beschutte werkplaats enzoverder) en het ATB-netwerk zijn sinds 1 april 2006 overgeheveld naar de VDAB. Alle dossiers en betalingen terzake worden dus opgevolgd door de VDAB.
- De inschrijving, erkenning, toeleiding en indicering van personen met een handicap met een arbeidsvraag zijn sinds 1 oktober 2008 overgeheveld naar de VDAB. Alle dossiers terzake worden dus opgevolgd door de VDAB.
- De subsidiëring en aanverwante materie van de beschutte werkplaatsen is overgeheveld naar de dienst Sociale Economie van het departement Werk en Sociale Economie.
- De werknemers van het Vlaams Fonds die zich inlieten met het toezicht op (inspectie) en de studie van de materie integratie op de arbeidsmarkt zijn overgeheveld naar het departement Werk en Sociale Economie.
- De Inspectie voor de sector Zorg (ambulante diensten en (semi-)residentiële voorzieningen) werd overgeheveld naar Zorginspectie. Intussen werd het Agentschap Zorginspectie opgeheven en maakt dit integraal deel uit van het Departement WVG.
- De dienst Investeringen is overgeheveld naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA).