25 september 2024

Van pup tot assistentiehond: een intens en boeiend trajectZeg nooit zomaar hond tegen een assistentiehond

Een goede assistentiehond is méér dan een kwestie van intense training en opleiding. Het begint al bij de selectie van de pup. Is die gezond en sterk? Heeft die het juiste karakter? Verder speelt het gastgezin een sleutelrol. En uiteraard ook de assistentiehondenschool. Want alleen een goed getrainde assistentiehond is het ideale hulpmiddel en een trouwe metgezel voor een persoon met een handicap.

Er zijn zestien gemachtigde assistentiehondenscholen in Nederland en België. Alleen assistentiehonden van die centra komen in aanmerking voor een tussenkomst van het VAPH.

De gemachtigde assistentiehondenscholen kopen enkel pups met een stamboom en enkel bij erkende fokkers. Een uitstekende gezondheid is dan ook van groot belang. Bij de selectie van de pup wordt de stamboom met de ouders en grootouders nagegaan, onder meer om te zien of die problemen hadden met heup of ellebogen: dat zijn de zwakste plekken bij een hond. De meeste assistentiehonden zijn labradors, maar er zijn ook golden retrievers en herdershonden. Kleine honden komen niet in aanmerking – een chihuahua kan namelijk geen deuren openen of leiding geven.

“Alles begint bij een goede selectie van de pups”, benadrukt Mark van Gelder, voorzitter van de Belgian Assistance Dog Federation, kortweg BADF. “Dat gaat verder dan de gezondheid. Elk type assistentiehond vergt een eigen karakter. Een blindengeleidehond moet bijvoorbeeld zelfzeker zijn en leiding kunnen geven.”

“We testen bij de selectie verschillende aspecten. Hoe reageert de pup op geluid of onverwachte bewegingen? Hoe nieuwsgierig en sociaal is de pup? Raakt hij snel gefrustreerd? Na enkele testen weten we of de pup de capaciteiten heeft om een assistentiehond te worden. Of die dat ook effectief zal worden, hangt af van de evolutie van de hond in de daarop volgende 18 tot 24 maanden.”

Karakter en talenten

“In assistentiehondenschool Canisha leiden we verschillende types assistentiehonden op”, zegt van Gelder. “Het karakter en de talenten van de hond bepalen of we die tot autismehond, hulphond of hoorhond opleiden. Je hebt ook organisaties die alleen blindengeleidehonden trainen. Die gaan dan specifiek op zoek naar pups met het juiste karakter daarvoor.”

“Wij hebben iets meer flexibiliteit. Een hond die niet graag apporteert (voorwerpen terugbrengt), wordt geen goede hulphond. Maar misschien is die hond wel zeer alert op geluiden en kan hij een prima hoorhond worden. Blijkt een hond tijdens het opleidingstraject toch niet geschikt te zijn als assistentiehond, dan krijgt die een plaats als instellingshond in een woonzorgcentrum of op een palliatieve eenheid of we zoeken een geschikt gezin.”

Een hond die niet graag apporteert (voorwerpen terugbrengt), wordt geen goede hulphond. Maar misschien is die hond wel zeer alert op geluiden en kan hij een prima hoorhond worden.

Mark van Gelder
voorzitter van de Belgian Assistance Dog Federation

De juiste hond voor de juiste taak

Het opleidingstraject van een assistentiehond bestaat uit vier fasen. De puppytest vindt plaats op een leeftijd van zes tot acht weken. Op acht weken begint de fase in het gastgezin, die loopt tot de hond ongeveer achttien maanden is. Dan krijgt de hond in de assistentiehondenschool de ‘eindafwerking’ met het aanleren van specifieke commando’s. Is de hond er helemaal klaar voor, dan wordt een goede match gezocht met een persoon met een handicap voor verdere training op maat.

“Er is weinig verschil in moeilijkheidsgraad qua opleiding per type assistentiehond”, zegt van Gelder. “Voor de ene hond is apporteren een spel, voor de andere een karwei. Daarom is het zo belangrijk om de juiste hond voor de juiste taak op te leiden. Daarnaast hangt veel af van de kwaliteit van de trainer. Een trainer die het dier honderd procent verstaat, zal er meer van gedaan krijgen.”

Marc van Gelder met assistentiehond
Mark van Gelder met een assistentiehond © Filip Erkens

Een engagement als gastgezin

Gastgezin zijn voor een puppy voor de assistentiehondenschool, is een groot engagement. “De lat ligt hoog”, zegt van Gelder. “We willen bijvoorbeeld niet dat een hond elke dag meer dan vier uur alleen zit. Het gastgezin moet de puppy overal mee naartoe nemen. De hond mag overal binnen op publiek toegankelijke plaatsen. Maar evident is het niet. Mag je hond bijvoorbeeld mee naar het werk? Daarnaast moet het gastgezin de puppy dagelijks minstens twee keer tien minuten trainen. Een keer per week is er een training in de assistentiehondenschool met de hondentrainer. De hond en het gastgezin leren er elke week een nieuw commando aan, waarmee het gastgezin de week daarop verder met de puppy kan trainen.”

Jos Vermaesen en zijn vrouw Annemie besloten onlangs om als gastgezin te fungeren. “We hadden altijd een hond. Een leven zonder kunnen we ons niet voorstellen”, zegt Jos Vermaesen. “Maar toen onze hond in 2022 overleed, twijfelden we. Ik ben 68 jaar. Een hond wordt 14 tot 15 jaar. Ben ik niet te oud om nog een puppy in huis te nemen?”

Intenser dan verwacht

Op sociale media zag Jos Vermaesen een bericht van het Belgisch Centrum voor Geleidehonden. Ze zochten gastgezinnen.

Jos Vermaesen met labrador Tygo, in de bibliotheek
Jos Vermaesen met labrador Tygo - © Filip Erkens

Een tot twee keer per week trainen we Tygo op locatie: naar de winkel, in het station … Zo geraakt hij gewend aan mensen.

Jos Vermaesen
gastgezin voor Tygo

“Vooraf werden we gescreend. We namen deel aan infosessies en kregen een huisbezoek. Op 22 augustus 2023 was het zover en kwam Tygo, een zwarte labrador, in ons gezin. Een tot twee keer per week trainen we Tygo op locatie: naar de winkel, in het station … Zo geraakt hij gewend aan mensen. We leren Tygo ook zindelijk te zijn. Hij mag maar op één plek zijn boodschap doen, nergens anders.”

“De eerste weken verliepen prima. Tygo slaapt 18 tot 20 uur per dag. Toch ben je er voortdurend mee bezig. Er gelden strikte regels. Hij mag geen contact hebben met andere honden als hij aangelijnd is. Hij mag niet geaaid worden en hij mag niet naar mensen toe lopen. Dat klinkt weinig sympathiek, maar het is noodzakelijk voor een blindengeleidehond.”

“De truc is om hem voortdurend te belonen als hij iets goed doet. Omdat hij later alles zelf moet kunnen, voeden we hem zo zelfstandig mogelijk op. Gelukkig worden we ondersteund door een instructeur van de assistentiehondenschool. Ook al onze kosten voor voeding, materiaal en de dierenarts worden vergoed.”

“Het is intenser dan we verwacht hadden, maar het is superleuk. Natuurlijk zijn we ondertussen erg aan Tygo gehecht. We weten dat we hem ooit zullen moeten afgeven. Dat wordt een moeilijk moment, maar het is voor een goed doel. En ondertussen beleven wij ontzettend veel plezier aan Tygo. Ik kan het iedereen aanraden. Maar onderschat het niet. Het is een engagement”, zegt Jos Vermaesen.

Eerder verscheen in onze nieuwsbrief het artikel Assistentiehond nodig? Wend u tot een gemachtigde assistentiehondenschool. Daarin vindt u meer info over de verschillende types assistentiehonden, de tegemoetkoming die het VAPH voorziet, en het belang van gemachtigde assistentiehondenscholen.