De registratie wordt gebruikt om te voldoen aan de rapporteringsverplichtingen. Ze kunnen ook gebruikt worden in het kader van wetenschappelijk onderzoek.
Het VAPH kan Zorginspectie vragen om ter plaatse te onderzoeken of de dienst of zorgaanbieder de vereiste procedure correct heeft toegepast en of er preventieve of corrigerende maatregelen getroffen werden. Zorginspectie kan ook zelf dat initiatief nemen. Elk gemeld incident wordt volgens dezelfde criteria beoordeeld of een plaatsbezoek vereist is al dan niet (Een select aantal personen binnen het VAPH en binnen Zorginspectie hebben inzage in de binnenkomende meldingen.)
Het VAPH zal wanneer het kennis krijgt van manifest ernstige feiten, eerst de dienst of zorgaanbieder contacteren en wijzen op de aangifteplicht voor de dienst of zorgaanbieder. Enkel als de dienst of zorgaanbieder blijkt geen aanstalten te doen tot aangifte, zal de ambtelijke aangifteplicht toegepast worden. (Het Wetboek van Strafvordering bepaalt in artikel 29 dat iedere ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of een wanbedrijf, verplicht is dat te melden aan de Procureur des Konings.)