In de regelgeving BVR van 19/10/1991 is bepaald dat bij het verlenen van erkenning rekening gehouden wordt met geografische spreiding. Wat betekent dat voor de organisaties die interesse hebben om erkend te worden? Zit hier een beperking op?
De geografische spreiding van de MFC's en VZA's die een erkenning vragen als MDT voor de advisering van IMB-ondersteuning, zal een ondergeschikte rol spelen bij de beoordeling en zal in de praktijk wellicht geen probleem vormen.