21 maart 2024 - Meer dan 1.250 jonge kinderen met een handicap, waaronder Downsyndroom, krijgen specifieke hulp in de kleuterklas
Heel wat jonge kinderen met een (vermoeden van) handicap gaan naar een gewone kinderopvang of kleuterschool. Voor hen bestaat sinds 2019 ‘globale individuele ondersteuning’ (GIO): hulp in de vorm van stimulatie, coaching, training en assistentie. Een begeleider gaat mee in de klas of de opvang, biedt daar praktische ondersteuning en denkt mee na over een duurzaam inclusietraject.
In 2019 kregen 277 kinderen dit soort hulp. In 2020 waren dat er 818 en in 2021 917. In 2022 steeg het aantal kinderen dat gebruikmaakt van GIO naar 1.079 kinderen, een ook in 2023 steeg dat aantal nog tot ruim 1.250 (volledige cijfers voor het jaar 2023 zijn beschikbaar bij het VAPH eind mei).
De meeste kindjes die starten met GIO zijn 3 à 4 jaar oud. De ontwikkelingsproblemen van de kindjes die gebruikmaken van GIO zijn divers. Het kan gaan om kinderen met Down, autisme, een visuele, auditieve, motorische, … handicap of een combinatie daarvan, maar ook om kindjes waar een handicap nog niet werd vastgesteld, maar wel wordt vermoed.
De 4-jarige Ismaïl, die het Downsydroom heeft en in de instapklas zit in de gemeentelijke basisschool in Mollem, een reguliere school in Asse, maakt sinds dit jaar gebruik van GIO. “Door deze ondersteuning werd hij in de klas veel actiever”, zegt zijn GIO-begeleidster Karin Van den Berghe van Resonans vzw. “Ismaïl neemt nu bijvoorbeeld actief deel aan kringmomenten, ook al spreekt hij nog niet. Hij doet mee als andere kindjes zingen, en hij toont zich sociaal met SMOG(opent nieuw venster), door te kijken, door te wijzen, … Hij komt nu in de klas meer tot spelen”, zegt Karin.
Hoe ze hem daarbij concreet ondersteunt? “Soms met kleine, praktische dingen. Zoals het verhogen van zijn zelfredzaamheid door een grote parel aan zijn jas te maken, zodat hij die zelf beter aan- en uit kan doen, of een grote lus in zijn jas te maken zodat hij die net als de andere kindjes zelf kan ophangen”, legt Karin uit. “We trainen ook veel op communicatie. Hij leerde mooi te gaan zitten in de klas, en door te werken met ‘takenbakjes’ leerde hij ook taken afwerken.”
Maar niet alleen Ismaïl is gebaat bij GIO. “Andere kindjes leren omgaan met een kind met een handicap in hun klas. Ze zijn heel zorgzaam, waardoor ze spontaan inclusie mogelijk maken zonder het door te hebben”, gaat Karin verder.
En ook de school en de klasjuf leren bij. “Leerkrachten krijgen concrete handvatten over hoe ze een kind met een handicap goed kunnen begrijpen, waardoor ze beter kunnen inspelen op hun noden. De juf van Ismaïl leerde zelfs SMOG om met hem te kunnen communiceren. Dat is natuurlijk fantastisch”, vindt Karin.
De ouders van Ismaïl kozen heel bewust voor een school in het reguliere onderwijs. “Bij de geboorte van een kindje met Down komt er veel op je af als ouder. Uiteindelijk dachten we dat het wel los zou lopen, en dat Ismaïl op school heel veel zou leren van de andere kinderen”, vertelt zijn papa Gilles. “Maar leren is niet vanzelfsprekend. Daarvoor zijn extra inspanningen nodig. Zo doet de juf ontzettend haar best om Ismaïl mee te nemen in het klasverhaal en tot op zekere hoogte lukt dat aardig. Maar als er meer een-op-een met Ismaïl kan worden gewerkt - waar de juf niet altijd tijd voor heeft gezien de grote klasgroep - krijgt hij meer slaagkansen en is er meer inclusie. Daarom maken we gebruik van GIO, als extra middel tot groei bij ons kindje. Het is fijn dat Ismaïl in de kleuterschool terechtkan, net zoals al zijn andere dorpsgenootjes.”
Vroege begeleiding bij overgangen
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) werkte deze vorm van ondersteuning uit in samenwerking met het Agentschap Opgroeien en het Departement Onderwijs. “Het doel is om inclusie te bevorderen. Kinderen met een handicap kunnen met dit soort hulp deelnemen aan de opvang of het reguliere onderwijs, en kinderen met en zonder specifieke zorgbehoeften kunnen zo samen leren, spelen en vriendschappen sluiten”, klinkt het bij het VAPH. “En dit soort hulp is bedoeld voor erg jonge kinderen - tot en met het eerste leerjaar - omdat wie vroeg ondersteund wordt meer kansen krijgt om zich te ontwikkelen, waardoor ernstigere problemen mogelijk voorkomen kunnen worden.”
GIO wordt vooral ingezet bij grote overgangsmomenten, zoals de stap van thuis naar de kinderopvang, de overstap naar de kleuterklas, naar de buitenschoolse opvang of de lagere school. GIO kan ook gecombineerd worden met leersteun(opent nieuw venster) in het onderwijs, of met een inclusiecoach(opent nieuw venster) in de kinderopvang.
Hoe kunnen ouders deze hulp aanvragen?
GIO is een vorm van rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat is laagdrempelige VAPH-ondersteuning. Ouders kunnen rechtstreeks naar een zorgaanbieder stappen die GIO aanbiedt, en hoeven geen aanvraagprocedure te doorlopen bij het VAPH of het Agentschap Opgroeien. Op dit moment zijn er een 30-tal aanbieders van dit soort hulp, verspreid over de Vlaamse provincies.
GIO is er voor kinderen met een vermoeden van handicap of kinderen met een handicap die in Vlaanderen of Brussel wonen, en die (nog) geen persoonlijke-assistentiebudget hebben, of die nog niet ondersteund worden door een multifunctioneel centrum (MFC). Op jaarbasis kunnen ze gebruik maken van een 30-tal uren GIO-ondersteuning. Die uren komen bovenop de andere rechtstreeks toegankelijke VAPH-hulp waar ze gebruik van kunnen maken.