10 november 2022 – Wie een handicap heeft, kan ondersteuning aanvragen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Dat biedt onder meer hulp in de vorm van persoonsvolgende budgetten. Deze regeerperiode is er een sterke inhaalbeweging voor personen met de grootste zorgnood door het Zorginvesteringsplan. In uitvoering van dat plan onderzocht het VAPH de noden van de mensen in prioriteitengroep drie. Zij geven vaak aan nood te hebben aan extra praktische hulp. Hulp bij het huishouden bijvoorbeeld, of bij het aankleden of wassen.
Het VAPH stelt onder meer persoonsvolgende budgetten ter beschikking voor meerderjarige personen met een handicap. Zo’n budget laat mensen toe zelf zorg en ondersteuning te kopen. Eind december 2021 ondersteunde het VAPH 27.266 personen met een handicap op die manier.
Elke aanvraag voor een persoonsvolgend budget wordt beoordeeld op basis van criteria die bepalen in welke prioriteitengroep (1, 2 of 3) aanvragen worden geplaatst. De prioriteitengroep geeft aan hoe dringend de nood is.
Met het Zorginvesteringsplan van de Vlaamse Regering worden extra inspanningen geleverd voor de verschillende prioriteitengroepen. Door de extra investering van 107 miljoen euro van Vlaanderen kon het VAPH een inhaalbeweging maken in de terbeschikkingstelling van persoonsvolgende budgetten aan mensen met de meest dringende zorgvragen. Deze legislatuur krijgt iedereen in de hoogste prioriteitengroep binnen de 18 maanden een persoonsvolgend budget.
En ook zoveel mogelijk mensen uit prioriteitengroep 2 wordt deels tegemoetgekomen. Met een extra investering van nog eens 20 miljoen euro uit het Zorginvesteringsplan krijgen 1100 personen – een kwart van prioriteitengroep 2 – vanaf eind 2022 in afwachting van hun volledig budget alvast de helft van dat budget toegekend. Het gaat om personen die het langst wachten in deze groep.
Om de actuele noden van de personen in prioriteitengroep 3 in kaart te brengen, werd eind 2021 een bevraging georganiseerd door het VAPH, in samenwerking met de gebruikersorganisaties. Bijna 1000 personen (ongeveer 10% van deze prioriteitengroep) namen deel aan het onderzoek.
Prioriteitengroep 3: een diverse groep
Personen in deze groep hebben uiteenlopende types handicap, krijgen verschillende soorten hulp en ondersteuning, en hebben diverse noden wat betreft zowel reguliere als handicapspecifieke hulp. 70% heeft een hoge ondersteuningsnood, 30% een lage.
4 op de 5 wachtenden krijgt ondersteuning
De meerderheid van prioriteitengroep 3 krijgt in afwachting van een persoonsvolgend budget ondersteuning door middel van rechtstreeks toegankelijke hulp en/of een zorgbudget, een maandelijkse tegemoetkoming van de Vlaamse Sociale Bescherming. Dat geldt vooral voor wie al langer wacht: die personen hebben vaker een zorgbudget en vragen ook vaker een mantelzorgpremie aan bij de gemeente en/of een tegemoetkoming voor hulpmiddelen bij het VAPH.
Bijna 1 op de 3 personen in deze prioriteitengroep heeft al een persoonsvolgend budget, maar vraagt een hoger budget. 1 op de 5 heeft nog geen VAPH-ondersteuning.
Wie nog geen VAPH-ondersteuning heeft, krijgt vaak wel al praktische hulp (65%) volgens het onderzoek. 32% heeft ook al woonondersteuning, 23% heeft dagondersteuning en 17% krijgt individuele psychosociale begeleiding.
Veel nood aan praktische hulp
De meeste personen in prioriteitengroep 3 gaven aan vooral nood te hebben aan meer en frequentere praktische hulp. Dat kan gaan over praktische hulp in het huishouden of hulp bij het aankleden, het wassen of andere activiteiten uit het dagelijks leven. Dat is opmerkelijk, omdat deze hulp niet per se handicapspecifiek is en ook geboden zou kunnen worden door reguliere diensten. Dienstenchequebedrijven bijvoorbeeld, lokale dienstencentra of gezinshulp. Er werd niet bevraagd welk type praktische ondersteuning er nodig is, noch waarom mensen er vandaag geen gebruik van maken bij reguliere diensten.
Uit het onderzoek van het VAPH blijkt dat personen in prioriteitengroep 3 vooral veel praktische hulp krijgen van het eigen gezin, naast familie en vrienden. Een grote groep wordt ook het liefst geholpen door het eigen gezin. Wie een hoge ondersteuningsnood heeft, vraagt meer (bijkomende) ondersteuning door professionele diensten. Mensen met een hoge ondersteuningsnood geven daarnaast ook aan vaker (bijkomende) individuele psychosociale ondersteuning, dagondersteuning en woonondersteuning te wensen.
Nood aan rechtenverkenning en vraagverheldering
Verder blijkt uit het onderzoek dat niet iedereen weet waar hij recht op heeft. Daarom pleit het VAPH voor een ruimere rechtenverkenning. “Als mensen beter weten waar ze terechtkunnen om premies en tegemoetkomingen aan te vragen, hebben ze meer mogelijkheden om vandaag al extra zorg en ondersteuning te betalen en ook nu al hun kwaliteit van leven te verbeteren”, klinkt het bij het VAPH. “Ook vraagverheldering, waarbij gepaste oplossingen worden gezocht over alle beleidsdomeinen heen, is nodig. De zorg voor personen met een handicap is immers een gedeelde verantwoordelijkheid die gedragen moet worden door alle actoren, diensten en overheden.”
Zo blijkt uit het onderzoek dat er naast praktische hulp ook veel nood is aan vervoer en mobiliteit; ondersteuning die niet per se met een zorggebonden budget betaald moet worden. Aangepast vervoer blijkt een dure kost te zijn die mensen met hun huidige tegemoetkoming vaak niet kunnen betalen. Ook praktische hulp – waar in deze prioriteitengroep veel nood aan is – hoeft niet per se met een persoonsvolgend budget te worden betaald. Dienstencheques zouden daar ook oplossingen kunnen bieden.
“Als we willen dat mensen met een handicap volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij, moeten ze net zoals anderen een beroep kunnen doen op reguliere diensten. Denken dat alles voor personen met een handicap betaald moet worden met handicapspecifieke middelen, is budgettair onhaalbaar”, luidt de conclusie van het onderzoek.