Goede afspraken maken goede vrienden. Dat geldt ook voor het contract tussen gebruiker en zorgaanbieder. Daarom ontwikkelde het VAPH een nieuw model voor de individuele dienstverleningsovereenkomst, kortweg IDO. Dat gebeurde samen met vertegenwoordigers van gebruikers en zorgaanbieders en met bijstandsorganisaties. Het resultaat is een heldere en juridisch sluitende IDO, die bij alle partijen op bijval kan rekenen.
Gebruikers en zorgaanbieders zijn gelijkwaardige partners. Samen stellen ze een overeenkomst op, waar ze zich allebei goed bij moeten voelen.
Een IDO is een contract tussen een gebruiker en een VAPH-zorgaanbieder. Die overeenkomst legt afspraken vast voor vele jaren. Het is dan ook belangrijk om er de nodige aandacht aan te besteden. Gebeurt dat niet, dan kan dat tot misverstanden, verkeerde verwachtingen of zelfs conflicten leiden.
Omdat er veel bij een IDO komt kijken en er ook wettelijke regels zijn, blijft het een ingewikkelde overeenkomst. Het is een lijvig contract, met moeilijke woorden en zinnen. Gebruikers en zorgaanbieders hebben het dikwijls lastig om de draagwijdte van elk artikel in de IDO correct in te schatten.
“We wilden daarin verandering brengen”, zegt afdelingshoofd Marc Sevenhant van het VAPH. “Gebruikers en zorgaanbieders zijn gelijkwaardige partners. Samen stellen ze een overeenkomst op, waar ze zich allebei goed bij moeten voelen. Het is belangrijk dat die overeenkomst begrijpelijk en juridisch correct is. Zodat beide partijen weten waar ze aan toe zijn. Het nieuwe model is daarom ook een nieuwe stap in de richting van vraaggestuurde ondersteuning en de vrije keuze van de gebruiker.”
Transparante IDO geeft houvast
“Transparantie is alles”, beaamt VAPH-projectleider Inge Van Duyse. “Transparantie over de prijzen, maar ook over wat je ervoor krijgt. Op welke zorg en ondersteuning mag de gebruiker rekenen? Hoe zit het met de woon- en leefkosten? En wat als de ondersteuning om een of andere reden niet geboden wordt? Met de nieuwe model-IDO willen we zowel zorgaanbieders als gebruikers meer houvast geven.”
Bestond er niet al een modelovereenkomst? “Toch wel”, zegt Katrien Debreuck van het Vlaams Welzijnsverbond. “Bij de introductie van de persoonsvolgende financiering maakten de koepelorganisaties van de zorgaanbieders een modelcontract op. We staan ondertussen enkele jaren verder. De regelgeving is hier en daar aangepast. En op basis van de ervaringen met het vorige model, was de tijd rijp voor een nieuw model. Het is belangrijk dat we een model-IDO ter beschikking stellen. Voor de gebruikers, maar evengoed voor de zorgaanbieders.”
Groot draagvlak dankzij cocreatie
Het Vlaams Welzijnsverbond hielp mee bij het opstellen van de nieuwe model-IDO. Net als koepelorganisatie SOM, de bijstandsorganisaties, en een vertegenwoordiging van gebruikers. “De model-IDO is het resultaat van cocreatie”, bevestigt Ellen De Visscher, beleidsondersteuner bij het VAPH. “Door alle partijen samen te brengen, konden we van meet af aan rekening houden met alle gevoeligheden en knelpunten. Bovendien hebben we op die manier een groot draagvlak verworven om de model-IDO te gebruiken.”
Lien Van de Wiel van bijstandsorganisatie Absoluut is het daarmee eens. “Dit nieuwe model is een flinke stap vooruit. Iedereen wint bij transparantie. We hebben vanuit het perspectief van de gebruiker kunnen bijdragen aan de model-IDO. Hij geeft gebruikers houvast voor een goede overeenkomst. Sommige gebruikers zijn bang om te onderhandelen. Of ze weten niet hoe dat moet. Met deze model-IDO én de extra informatie die erbij hoort, staan ze een stuk steviger in hun schoenen.”
Goede uitleg in klare taal
Bij de model-IDO hoort inderdaad een document met extra informatie. De model-IDO zelf is zo beknopt mogelijk gehouden. In het document dat erbij hoort, vind je meer uitleg en achtergrondinformatie. Bijvoorbeeld over de terminologie of over het belang van een bepaald artikel uit de IDO.
“Voor ons was het belangrijk om een bruikbaar instrument te hebben met eenduidige definities”, zegt Georges Goffin van FOVIG, de federatie voor Collectief Overleg. “Wie is bijvoorbeeld ‘de budgethouder’? Is dat de persoon met een handicap? Zijn ouders? De bewindvoerder? De model-IDO en de extra informatie brengen duidelijkheid. Om zeker te spelen, heeft een advocatenbureau alles nog eens grondig nagelezen. Juridisch zitten deze documenten goed. Ook op het vlak van begrijpelijke taal zijn inspanningen geleverd, dankzij de samenwerking met Wablieft.”
Wablieft streeft naar heldere en begrijpelijke teksten. Experten van Wablieft hebben de model-IDO helemaal doorgenomen en er een leesbaar geheel van gemaakt.
Geen verplichting, wel aanbevolen
Alle betrokken partijen zijn trots op het resultaat. Al moet de model-IDO haar nut in de praktijk nog bewijzen. Maar daar hebben gebruikers, zorgaanbieders en bijstandsorganisaties een goed oog in. Bovendien wordt de model-IDO de komende maanden en jaren voortdurend geëvalueerd. Waar nodig kan ze nog worden bijgestuurd.
Gebruikersorganisaties, koepelorganisaties en bijstandsorganisaties zijn dan ook vast van plan om de nieuwe model-IDO volop te promoten. “Het is geen verplicht document”, benadrukt Marc Sevenhant van het VAPH. “En bestaande IDO’s hoeven niet per se herschreven te worden. Zorgaanbieders en gebruikers behouden alle vrijheid. Maar zelfs wie het model niet overneemt, vindt heel wat tips en uitleg in het document met extra informatie.”
Eind maart 2023 introduceert het VAPH de model-IDO voor zorgaanbieders en gebruikers met een persoonsvolgend budget. Eind april volgen de versies voor rechtstreeks toegankelijke hulp en voor multifunctionele centra.
Het VAPH organiseert in april en mei enkele webinars om de model-IDO voor te stellen aan gebruikers en zorgaanbieders.
Lees meer over de model-IDO PVB
Lees meer over de model-IDO RTH