RTH-aanbieders over heel Vlaanderen ontwikkelden maar liefst 111 nieuwe initiatieven voor personen met (een vermoeden van) handicap. Het gaat om pilootprojecten waarbij de RTH-ondersteuning snel inzetbaar, flexibel, laagdrempelig, nabij, vraaggestuurd, op maat, geïntegreerd in en afgestemd met andere ondersteuning is. Op 9 oktober verzamelden een 150-tal medewerkers van die initiatieven in het Belpairegebouw in Brussel voor een stand van zaken.
RTH staat voor rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat is handicapspecifieke ondersteuning zonder drempels of procedures. De nieuwe RTH-initiatieven zijn zeer divers. Sommige werken nauw samen met 'basisvoorzieningen' (zoals Huizen van het Kind en Sociale Huizen). Zo worden personen met een (vermoeden van) handicap snel en laagdrempelig geholpen en kunnen die reguliere organisaties hun eigen dienstverlening beter aanpassen aan personen met een handicap. Andere richten zich op specifieke doelgroepen (zoals jongvolwassenen of moeilijk bereikbare personen) of zetten in op het overbruggen van wachttijden.
De pilootfase loopt nog tot eind 2025. Vandaag al hebben elf initiatieven na een gunstige beoordeling een erkenning voor onbepaalde duur gekregen. De andere initiatieven worden de komende maanden opgevolgd en beoordeeld. Maar nu al is duidelijk dat veel pilootprojecten het verschil kunnen maken op het terrein.
Samenwerking met andere sectoren loont
Zo is er het project Hotspot Ondersteuning Handicap, een samenwerking van diverse VAPH-organisaties, waaronder Het Raster, een gespecialiseerde begeleidingsdienst rond autisme.
“Samen organiseren we zowel in Antwerpen als in Vlaams-Brabant en Brussel ‘hotspots’: plaatsen waar personen met een (vermoeden van) handicap, hun netwerk én professionelen terechtkunnen met vragen”, vertelt Erik Buelens van Het Raster.
“We helpen mensen op weg door onze expertise laagdrempelig ter beschikking te stellen. We doen dat op maat. Daarvoor werken we samen met diverse partners uit andere sectoren: Centra voor Algemeen Welzijnswerk, Huizen voor het Kind enzovoort. We zijn erg nabij, met vier locaties in Antwerpen en drie in Vlaams-Brabant en Brussel.”
Samenwerking met andere sectoren loont, al moeten we vaak barrières overwinnen als de wetgeving onvoldoende afgestemd is.
Erik is enthousiast over de ruimte die de vernieuwde RTH biedt. “We lopen een boeiend en stimulerend traject”, zegt hij. “Samenwerking met andere sectoren loont, al moeten we vaak barrières overwinnen als de wetgeving onvoldoende afgestemd is. Overal ontstaan netwerken. Ook dat is een leerproces: hoe bouw je een sterk en relevant netwerk, met de juiste partners om effectief je doelstellingen te behalen? Maar al doende leren we. Dat is het mooie van dit pilootproject.”
Expertise delen voor meer inclusie
Ook Fem Cnudde van Konekt, dat het RTH-project Brake-Out organiseert, is enthousiast. Brake-Out is actief op vier locaties in Vlaanderen. In januari 2025 komt er een uitbreiding naar Brussel. De doelgroep van Brake-Out is heel specifiek.
“Wij richten ons op jongeren die op een of andere manier vastlopen op school”, vertelt Fem.
“Wij focussen op de ambitities en de talenten van die jongeren.
Drie jaar lang kunnen ze twee dagen per week in Brake-Out terecht voor een traject van individuele coaching en activiteiten in groep. We ondersteunen hen in de zoektocht naar hun talenten, en we zoeken samen hoe ze die talenten kunnen inzetten om een betekenisvolle en zichtbare rol in de samenleving op te nemen.”
“Daarom werken we met beide voeten in de maatschappij”, legt Fem uit. “We betrekken tal van organisaties uit verschillende sectoren, waaronder het onderwijs. We delen onze expertise zoveel we kunnen, onder andere met scholen. Zo hebben we een samenwerking met een school in Wetteren, waar we acht leerkrachten opleiden via het principe train-de-trainer. Ook met commerciële bedrijven werken we samen, met als doel de wereld inclusiever te maken. Onze ultieme droom is dat we niet meer nodig zijn. Maar zo ver zijn we nog lang niet”, zegt Fem.
We delen onze expertise zoveel we kunnen, onder andere met scholen.
Kwetsbare zorgmijders helpen
Het RTH-pilootproject Kortdurend Crisistraject gooit het over een andere boeg. Het is een initiatief van de volwassenenwerking van Inoa, de nieuwe naam van OC Sint-Idesbald in West-Vlaanderen.
Tine Deketele: “Een crisis kan verschillende vormen aannemen. Soms krijgen we korte, eenmalige vragen. Zoals een persoon met een handicap die naar een arts in het ziekenhuis moet, hierover erg ongerust is en nood heeft aan iemand die hem vergezelt en ondersteunt. De meeste crisisbegeleidingen zijn intensiever. Toch beperken we ons tot zes maanden. In die tijd proberen we een escalatie van de crisis te voorkomen en zetten we in op intensieve mobiele begeleiding om de hoogste noden weg te werken. We richten ons daarbij op twee doelgroepen: mensen zonder netwerk en kwetsbare zorgmijders.”
“Vooral die tweede groep vormt een uitdaging. Het gaat vaak om mensen met een verstandelijke beperking en een psychische kwetsbaarheid. Ze zijn dak- of thuisloos en vaak drugsgebruiker. Om die doelgroep te bereiken, is bijna straathoekwerk vereist. We zoeken samenwerking met andere organisaties. Zo organiseren we sinds kort een zitdag in het Welzijnshuis in Roeselare om de drempel te verlagen. Omdat een traject maximaal zes maanden duurt, werken we hands-on: we geven niet enkel tips en tricks, maar gaan samen aan de slag, proberen samen zaken uit. We proberen zo snel mogelijk het verschil te maken, zodat zorgmijders niet afhaken. Vaak botsten we daarbij op maatschappelijke regels, ook in andere hulpverleningssectoren. Zo is er in veel organisaties een nultolerantie voor drugs. Ook wordt vaak nog gewerkt met cognitieve en verbale therapie. Dat werkt bijna niet voor deze doelgroep. Nog een voorbeeld: drugscentra hebben meestal geen specifiek programma voor personen met een verstandelijke beperking.
Ondanks die drempels doen we er alles aan om ook die meest kwetsbare mensen zo goed mogelijk te helpen”, zegt Tine.
Omdat een traject maximaal zes maanden duurt, werken we hands-on: we geven niet enkel tips en tricks, maar gaan samen aan de slag, proberen samen zaken uit.
Verdere stappen
Alle initiatiefnemers van de RTH-pilootprojecten deelden op het RTH-event in Brussel hun ervaringen. Dat gebeurde in parallelsessies rond diverse thema’s, zoals ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’ of ‘outreachend werken’. Deze parallelsessies waren een eerste verkenning. De komende maanden worden de thema’s verder uitgediept.
De deelnemers kregen verder een stand van zaken vanuit het VAPH en toelichting over de verdere stappen. Ten slotte werd een tussentijdse balans opgemaakt van twee onderzoeken met betrekking tot de vier basisprincipes van de vernieuwde RTH: een met de gebruikers als invalshoek (in samenwerking met de UGent) en een met de aanbieders als invalshoek (door het VAPH). Concrete resultaten van deze onderzoeken volgen in 2025.
De vier basisprincipes van rechtstreeks toegankelijke hulp:
- snel inzetbaar en flexibel aanpasbaar
- laagdrempelig en nabij (beschikbaar, betaalbaar, bereikbaar, begrijpbaar, betrouwbaar)
- vraaggericht en op maat (bruikbaar)
- geïntegreerd en afgestemd met andere (niet-VAPH)-ondersteuning (bekend)