25 juli 2024

Aanpassingen aan het BVR van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits

De aanpassingen aan het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits zijn op vrijdag 19 juli 2024 definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering en gaan in vanaf 1 augustus 2024. Na de publicatie van de wijzigingen in het Belgisch Staatsblad, zal de gecoördineerde versie beschikbaar zijn. 

Welke wijzigingen zijn er?

Dit ontwerpbesluit wijzigt het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits op de volgende punten:

  • ODB-units

Verlaging leeftijd ODB-units

Een observatie-, diagnose- en behandelingsunit (ODB-unit) voorziet in kortdurende diagnostische en behandelingstrajecten voor meerderjarige personen (vanaf 18 jaar) met een verstandelijke beperking en bijkomende ernstige gedragsproblemen. De laatste jaren merken de ODB-units een stijgende vraag naar ondersteuning voor jongvolwassenen (16-25 jaar). Bijkomend geven de ODB-units aan dat het sporadisch wenselijk is om een jongere op te nemen die jonger is dan 16 jaar. 
Om gebruik te kunnen maken van een ODB-unit is echter minstens een toewijzing voor een persoonsvolgend budget (PVB) nodig. Daarnaast heeft de aanvraagprocedure tot een PVB enige doorlooptijd en niet alle jongeren hebben er reeds behoefte aan om een PVB aan te vragen. Hierdoor hebben nog niet alle 18-jarigen in de praktijk toegang tot een ODB-unit. 
Het andere observatie- en behandelaanbod binnen de jeugdhulp (OBC, dus vroegere MFC-capaciteit) is er voornamelijk voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen en normale begaafdheid of zwakbegaafdheid, niet voor deze groep, wat ook binnen de taskforce crisis in de jeugdhulp naar voren kwam.
Een verlaging van de leeftijdsgrens is dus noodzakelijk om tegemoet te komen aan de vragen voor jongvolwassenen.

Uitbreiding capaciteit ODB-units

Verder zal de capaciteit van de ODB-units uitgebreid worden. Dit zit vervat in het crisis-en investeringsplan voor minderjarigen - als specifieke actie voor jongvolwassenen - en in de nota rond het crisisplan meerderjarigen. Concreet zal er een uitbreiding zijn voor twee units (De Lovie en Broeder Ebergiste), namelijk een verdubbeling van de capaciteit (verdubbeling personeelspunten en werkingsmiddelen) en de oprichting van een ODB-unit voor Vlaams-Brabant. 

De ODB-units werken vooral met meerderjarige cliënten. Deze cliënten betalen voor hun ondersteuning woon- en leefkosten. Gebruikers van een MFC vallen onder de bijdrageregeling MFC.Voor minderjarigen zou het een ongelijke behandeling betekenen t.o.v. verblijf in een MFC als bij ondersteuning in een ODB-unit woon- en leefkosten zouden aangerekend worden.

In het huidige besluit werd uitgewerkt dat minderjarige gebruikers en gebruikers die vanuit een MFC naar een ODB-unit gaan, een eigen financiële bijdrage betalen die overeenkomt met de bijdrageregeling MFC. 
Meerderjarige gebruikers die niet door een MFC worden ondersteund of vanuit een VZA naar de ODB-unit gaan, betalen woon-en leefkosten.

Toevoegen van de functie outreach aan de ODB-units 

Vanuit Sint-Oda wordt deze vorm van outreach georganiseerd in het kader van de RTH-pilootfase.

Er is beslist tot verdere structurele uitrol van deze outreachfunctie over de vijf Vlaamse provincies. Outreach wordt gedaan met het oog op kennisoverdracht naar ondersteuners van andere voorzieningen of diensten die erkend, vergund of gesubsidieerd worden door het agentschap, en die behoefte hebben aan handicapspecifieke kennis betreffende de doelgroep personen met een handicap en ernstige gedragsstoornis om hun ondersteuning beter af te stemmen op de vragen en noden van personen met een handicap in het algemeen of in het kader van de begeleiding van specifieke personen met een handicap. De kennisoverdracht via mobiele outreach kan geboden worden via participatie en ondersteuning in de werking van de andere dienst.
De persoon met een handicap die gebruik wenst te maken van deze functie hoeft hiervoor geen gebruik gemaakt te hebben van de residentiële ODB-plaats.

  • Time-outplaatsen 

Er is een verschuiving in het profiel van mensen die het VAPH ondersteunt. Het aandeel personen met een lichte verstandelijke handicap en/of autisme stijgt  tegenover de andere doelgroepen. 
Hierbij gaat het steeds vaker om mensen met zware zorgnoden, ook door andere problematieken naast de aanwezige handicap. We denken ondermeer aan psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen, complexere medische problematieken of problemen in de thuissituatie
Dit zorgt steeds vaker voor uitdagingen in het zoeken naar gepaste zorg en ondersteuning voor deze personen.
Hieruit blijkt de groeiende nood aan gedeelde, intersectorale zorg. Er moet verder ingezet worden op gedeelde expertise en gepaste infrastructuur.
Met deze uitbreiding beoogt het VAPH een 6-tal time-outplaatsen over heel Vlaanderen te installeren, minstens een per provincie. Er is steeds meer nood aan beveiligde settings en aan een aangepaste omkadering voor personeel om deze groeiende groep op te kunnen vangen. 

Via een time-outplaats wordt residentiële ondersteuning  van maximaal 60 - al dan niet aaneengesloten - dagen per jaar geboden aan een persoon met een handicap. De time-out kan gericht zijn op zowel de aanpak als de preventie van crisissituaties. 

Personen kunnen ondersteund worden via time-out wanneer ze aan alle onderstaande voorwaarden voldoen: 

  • 18 jaar of ouder zijn;
  • erkend zijn door het VAPH als een persoon met een handicap;
  • behoren tot de doelgroep waarvoor de VZA zich heeft geëngageerd in de aanvraag;
  • beschikken over een toewijzing persoonsvolgend budget (PVB) of beschikken over een beslissing voor direct gefinancierde ondersteuning voor geïnterneerden of beschikken over een vervallen beslissing voor direct gefinancierde ondersteuning voor geïnterneerden omdat er binnen het jaar geen overeenkomst werd geregistreerd of omdat de persoon opnieuw verblijft in een gevangenis, een forensisch psychiatrisch centrum (FPC), een forensische VAPH-unit of een medium-risk-afdeling van de psychiatrie.

Er is geen aanvraag bij het VAPH nodig om gebruik te kunnen maken van een time-outplaats. 

Er wordt een minimumbezetting van 220 dagen per jaar per time-outplaats verwacht. De ingevulde time-outplaatsen zullen geregistreerd moeten worden.
Na het beëindigen van de time-out wordt er in samenspraak met de andere betrokken actoren een nota met afspraken gemaakt met het oog op de terugkeer naar de reguliere woon- en leefsituatie.
Er is bijzondere aandacht voor de regionale afstemming bij toewijzing van een time-outplaats. Dit zal jaarlijks in overleg met het VAPH geëvalueerd worden. 
Daarnaast zijn de bepalingen van het kwaliteitsbesluit van 4 februari 2011 van toepassing. 

Vergunde zorgaanbieders kunnen zich kandidaat stellen via het formulier ‘Aanvraag van time-outplaatsen’ (zie ook infonota INF/24/22- Oproep: plaatsen voor time-out).

  • Trefpunt STAN

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2022 over toekenning van een subsidie aan Stan Trefpunt verstandelijke handicap vzw wordt ook aangepast.

Een van de activiteiten van Stan Trefpunt vzw is woon- en dagbestedingsinitiatieven op maat van personen met een handicap op de kaart zetten en initiatieven ondersteunen die woon-en dagbesteding bieden. Stan Trefpunt vzw zet hiervoor, naast eigen personeel, ook externe coaches in, die over een specifieke expertise (bijvoorbeeld: juridisch of financieel) beschikken.
Om deze coaches te betalen, kunnen zij op dit moment enkel 10 % van de subsidie inzetten. Dit is het maximum dat kan aangewend worden voor werkingsmiddelen.

Daarom wordt voorgesteld om het inzetten van externe coaches die over een specifieke juridische of financiële kennis of over kennis over de sector personen met een handicap beschikken, als bijkomende opdracht in het besluit mee op te nemen. In het besluit zal gespecificeerd worden dat minstens 90 % van de toegekende subsidie kan ingezet worden als personeelskosten, met inbegrip van de kosten van de externe coaches. Maximum 10 % van de subsidie kan dan ingezet worden voor werkingskosten.

Daarnaast wordt voorzien dat de subsidies teruggevorderd kunnen worden door het VAPH wanneer uit de functionele en financiële verantwoording blijkt dat er te veel subsidies werden betaald. Dit wordt normaal gezien opgenomen in subsidiebesluiten, maar was in dit besluit nog niet voorzien.

Inwerkingtreding

De aanpassingen in het BVR treden in werking vanaf 1 augustus 2024.

Hebt u een vraag?

Mail uw vraag naar avf@vaph.be.

Lees alle nieuwsberichten voor professionelen