Vanaf 1 september worden 23 internaten van het buitengewoon GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie niet langer door het Departement Onderwijs, maar door Welzijn erkend. De bijna 1500 kinderen die er verblijven, hebben immers vaak nood aan specifieke zorg en ondersteuning, waardoor de internaten beter welzijnsvoorzieningen worden. Om de kinderen te omringen met zorg op maat, voorziet Vlaanderen jaarlijks 40 miljoen euro boven op de huidige middelen.
Bij de start van het nieuwe schooljaar zijn 23 internaten uit het buitengewoon GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap niet langer schoolinternaten, maar welzijnsvoorzieningen. Het gaat om medisch-pedagogische instituten (MPI’s) en internaten met permanente openstelling (IPO’s), die vanaf het nieuwe schooljaar multifunctionele centra (MFC’s) worden.
De kinderen die er verblijven, hebben immers meestal nood aan specifieke zorg en ondersteuning, omdat ze bijvoorbeeld een handicap en zorgnoden hebben, of nood hebben aan jeugdhulp. Door de investering van bijkomende middelen kan de kwaliteit van de zorg en ondersteuning in de internaten sterk verbeterd worden, gelijkwaardig met andere Vlaamse zorg- en welzijnsvoorzieningen. De kinderen en jongeren krijgen er naast onderwijs flexibele zorg en ondersteuning op maat die aangepast is aan hun specifieke noden.
Dezelfde ondersteuning voor kinderen met een handicap
Deze verandering heeft gevolgen voor de financiering en organisatie van de internaten. De middelen die voorheen van het departement Onderwijs kwamen, worden overgeheveld naar Welzijn. Bovendien investeert Welzijn daarbovenop jaarlijks 40 miljoen euro in de internaten.
Met deze transitie wil de Vlaamse Regering ervoor zorgen dat kinderen met een handicap dezelfde noodzakelijke ondersteuning krijgen als in een multifunctioneel centrum. De meeste MPI’s werden in 2014 al MFC’s. Alleen de internaten van het buitengewoon gemeenschapsonderwijs vielen nog onder Onderwijs. Vanaf 1 september 2023 schuiven ook die internaten door naar Welzijn.
De transitie van de internaten kende een lange voorbereiding, aangezien die gepaard ging met een aantal uitdagingen. Zo was er niet alleen nood aan bijkomende investeringen, maar verandert er ook heel wat voor het personeel van de internaten, en voor de kinderen die er ondersteund worden en hun gezinnen. Zo zal het voor de internaten mogelijk zijn om de ondersteuning flexibeler en aangepast aan de noden en behoeften van de kinderen te organiseren en ook hun personeelskader hierop af te stemmen. De flexibele regelgeving van MFC’s biedt kinderen ook meer mogelijkheden om ondersteuning te combineren.
Er werden overgangsmaatregelen afgesproken, zodat kinderen hun huidige ondersteuning kunnen verderzetten, terwijl de kostprijs in eerste instantie onveranderd blijft en ze wel al gebruik kunnen maken van meer mogelijkheden.
Betere zorg en meer rechten
Het grote voordeel van de transitie naar Welzijn is dat de internaten meer middelen krijgen, en de kinderen en jongeren er beter, flexibeler en op maat kunnen worden ondersteund. Daarnaast hadden de jongeren als ze volwassen werden voorheen geen recht op een automatische toekenning van een persoonsvolgend budget, dat mensen toelaat zelf zorg en ondersteuning aan te kopen. Onder Welzijn behoren ze wel tot de doelgroep van automatische toekenningen van zo’n budget, als na het doorlopen van de aanvraagprocedure blijkt dat ze daar recht op hebben.
Om de transitie in goede banen te leiden, werd er intensief samengewerkt tussen de kabinetten Onderwijs en Welzijn, het Departement Onderwijs, de agentschappen Opgroeien en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en andere voorzieningen. Samen werd bepaald welke internaten ingekanteld worden in het VAPH, en welke in Opgroeien.
Omdat er heel wat bij de overstap komt kijken, krijgen de internaten de nodige tijd om zich aan te passen. Tegen januari 2025 zouden de internaten volwaardige welzijnsvoorzieningen moeten zijn.