Mensen met een handicap die zich plots in een kritieke situatie bevinden, kunnen onder andere via de noodprocedure onmiddellijk een persoonsvolgend budget aanvragen. De beoordelingscriteria voor die procedure zijn vastgelegd in de wet en zijn behoorlijk strikt. Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits besliste in samenwerking met het VAPH om de procedure te versoepelen.
De beoordelingscriteria voor de noodprocedure zijn vastgelegd in de wet. Het VAPH kan via die procedure een persoonsvolgend budget toekennen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- De integriteit van de persoon met een handicap of met een vermoeden van handicap of van het sociaal netwerk van die persoon is ernstig bedreigd of geschonden.
- De integriteitsbedreiging of de schending van de integriteit, wordt veroorzaakt door minstens een van de volgende factoren:
- actueel en ernstig fysiek, psychisch of seksueel misbruik in de relatie tussen de persoon met een handicap of met een vermoeden van handicap en een of meer personen uit het sociaal netwerk;
- actuele en ernstige fysieke of psychische verwaarlozing in de relatie tussen de persoon met een handicap of met een vermoeden van handicap en een of meer personen uit het sociaal netwerk;
- het recente, plotse en onvoorzienbare wegvallen van een significant deel van de geboden zorg en ondersteuning vanuit het sociaal netwerk;
- actuele en ernstige zelfverwaarlozing ten gevolge van het langdurige ontbreken van een sociaal netwerk dat zorg en ondersteuning kan bieden;
- Alternatieve oplossingen binnen het sociaal netwerk of binnen de reguliere of rechtstreeks toegankelijke hulp zijn op het moment van de aanvraag van een tijdelijk budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning en op korte termijn ontoereikend, waardoor er onmiddellijk niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning - die wordt gefinancierd door het agentschap - geboden moet worden.
In de praktijk leidde een strikte toepassing van die criteria soms tot moeilijke situaties voor de persoon met een handicap. De richtlijnen bij de beoordelingscriteria worden daarom, na overleg met het VAPH en verschillende externe deskundigen en adviesorganen, aangepast. Zo zal het ‘plotse en onvoorziene karakter’ voortaan vanuit het perspectief van de persoon met een handicap gedefinieerd worden en niet vanuit het perspectief van zowel de persoon met een handicap als het sociaal netwerk. Daardoor zullen situaties waarin er bijvoorbeeld sprake is van een echtscheiding of uithuiszetting nu ook goedgekeurd kunnen worden als er ook voldaan is aan de twee andere criteria.
Daarnaast wordt het ‘wegvallen van de ondersteuning’ ruimer gedefinieerd. Situaties waarbij het netwerk de ondersteuning plots niet meer aankan door een acute en onverwachte achteruitgang van de persoon met een handicap, kunnen nu ook in aanmerking komen voor de noodprocedure, opnieuw op voorwaarde dat er ook voldaan is aan de andere twee criteria.
De aanpassing van de criteria wordt met onmiddellijke ingang doorgevoerd.