Omdat we in de eerste plaats wilden dat de persoon met een handicap zijn ondersteuning ononderbroken kon verder zetten, is er bij de invoering van de persoonsvolgende financiering voor gekozen om de middelen van een voorziening te verdelen over haar cliënten, volgens het profiel van de cliënt. Dat bood op dat ogenblik de beste garanties voor de cliënten dat hun ondersteuning kon verder lopen.
Het had echter ook als gevolg dat iemand over een heel ander budget kon beschikken dan iemand met vergelijkbare ondersteuning uit een andere voorziening. Die situatie is niet wenselijk, omdat ze de keuzemogelijkheden voor de persoon met een handicap beperkt.
Er zijn verschillende, in het verleden gegroeide oorzaken voor die verschillen in financiering tussen de zorgaanbieders. De voorbije maanden hebben de overheid en de sector samen een aanpak uitgewerkt om die verschillen weg te werken. Personen met een handicap met dezelfde vraag en dezelfde nood aan zorg en ondersteuning krijgen voortaan ook een gelijkwaardig budget.